Leer de powervrouwen van Cîme in Nepal beter kennen
De laatste decennia is er in Nepal veel vooruitgang geboekt op vlak van vrouwenrechten. Het recht op gelijk loon voor mannen en vrouwen werd wettelijk vastgelegd en steeds meer vrouwen bekleden hoge politieke functies of kiezen voor het ondernemerschap.
Mooi en warm, de hennep jas is terug.
Jaren geleden waren ze niet uit het straatbeeld weg te denken. De warme winterjassen van hennep. Helemaal vegan en duurzaam en ontworpen in Amsterdam. Ze werden toen onder de naam Hemp Hoodlamb verkocht. Maar we hebben goed nieuws! Douglas Mignola, oprichter van (Hemp Works) en HoodLamb is terug met een nieuw merk: Freshemp Originals. Freshemp Originals presenteert met trots de terugkeer van de Original Hemp Works jassen uit Amsterdam: duurzame milieuvriendelijke jassen met de zachtste voering van nepbont en 100% vegan.
Kleding van reststoffen (deadstock kleding), hoe duurzaam is het?
Duurzame mode is mode met een zo klein mogelijke voetafdruk. Ook hergebruik van reststoffen (ook wel “deadstock”) draagt daaraan bij. Waarom stoffen weggooien die nog goed zijn als je er iets nieuws van kunt maken? Die visie delen gelukkig steeds meer merken met ons. Zij kopen stofrestanten op en maken er mooie items van. Hoe duurzaam is dat? Staat deadstock altijd gelijk aan duurzaamheid? En waar moet je als consument op letten?
Wat is BCI-katoen en hoe duurzaam is het?
Katoen is een van mijn favoriete stoffen qua kleding. In de zomer zweer ik bij katoenen jurkjes en in de winter draag ik graag truien en vesten van lekker dik katoen. Het liefst kies ik voor bio-katoen of gerecycled katoen. Maar laatst ontdekte ik iets nieuws: BCI-katoen. Dat staat voor Better Cotton Initiative en is een kenmerk voor katoen dat – je raadt het al – beter is dan gewoon katoen. Klinkt interessant, maar hoe duurzaam is het nu echt? En in welke zin verschilt BCI-katoen van bio-katoen? Ik dook in het antwoord op die vragen en praat je helemaal bij.
Wat is BCI-katoen?
Het Better Cotton Initiative is opgericht door een aantal samenwerkende ontwikkelingsorganisaties, milieuorganisaties en diverse bedrijven. Zij zetten zich via BCI samen in voor verduurzaming van de katoenteelt. BCI heeft een keurmerk ontwikkeld voor wat in hun ogen duurza(a)m(er) katoen is. Het word ook wel Better Cotton – of in het Nederlands Beter Katoen of Duurzaam Katoen – genoemd. Het is dus wat anders dan biologisch katoen.
Zo’n 19% van de katoenproductie valt op dit moment onder de categorie Better Cotton. Boeren mogen hun katoen verkopen als BCI-katoen zodra ze aan zeven BCI-criteria voldoen die gaan over:
• het gebruik van schadelijke pesticiden beperken;
• efficiënt watergebruik;
• zorg dragen voor de gezondheid van de bodem;
• bescherming van de natuurlijke leefomgeving;
• de kwaliteit van de vezels;
• waardig werk (geen kinderarbeid, geen dwangarbeid, regels voor de werktijden, een minimumloon en gezonde en veilige werkomstandigheden);
• een effectief managementsysteem hanteren.
Het BCI-keurmerk schrijft katoenboeren niet voor om volgens bepaalde methodes of technologieën te werken. Boeren zijn vrij om zelf hun keuze te maken voor een duurzame teeltwijze.
Op de foto draag ik een mooi vest van b.young gemaakt van 60% BCI-katoen en 40% polyester. De jurk is gemaakt van gerecycled polyester en is van King Louie.
Wanneer krijgt een merk het Better Cotton-label?
Merken mogen het Better Cotton-label gebruiken als minimaal 5% van het door hen gebruikte katoen onder het Better Cotton-label valt én als hun streven is om binnen 5 jaar minimaal 50% van hun katoen Better Cotton te laten zijn.
Het tegenstrijdige daaraan is dat het item dat je koopt ook een BCI-label kan hebben terwijl dat specifieke item niet van Better Cotton is gemaakt. Je koopt dan enkel van een merk dat investeert in BCI-gecertificeerde boeren of in Better Cotton Initiative als organisatie, maar het label zegt niets over het product zelf.
Waar zijn geen eisen voor gesteld door BCI?
Het BCI-keurmerk gaat specifiek over de katoenteelt. Het stelt dan ook geen eisen aan een eerlijk loon voor medewerkers (in plaats van een minimumloon). Ook is het voor het BCI-keurmerk niet verboden om katoen te telen in waterschaarse regio’s. Bovendien gaat het keurmerk enkel over de teelt van katoen. Er is dus niet gelet op de omstandigheden in de naaiateliers waar de kleding wordt gemaakt en de fabrieken die van de katoenvezels stoffen maken.
Lees er meer over in de Keurmerkenwijzer van Milieu Centraal.
BCI-katoen vs. biologisch katoen
Kort samengevat: BCI-katoen zegt iets over wat een merk doet aan duurzaamheidsverbetering in de katoenproductie, niet over het specifieke item dat jij in handen hebt. Een BCI-item is dus niet per definitie vrij van chemicaliën en is ook niet per se biologisch.
Bio-katoen is daarentegen gecertificeerd volgens de Global Organic Textile Standard (GOTS) of volgens de Organic Content Standard (OCS). Bio-katoen is traceerbaar (in tegenstelling tot BCI-katoen) en voldoet aan alle gestelde eisen. Als je dus zeker wilt weten dat een katoenen item volledig biologisch is geproduceerd, kun je het beste kiezen voor een product van gecertificeerd biologisch katoen. Je weet dan zeker dat het specifieke product gemaakt is van biologisch katoen (en dus vrij is van chemicaliën), dat het item milieuvriendelijk is geproduceerd en dat het onder eerlijke en veilige arbeidsomstandigheden is gemaakt.
Het grootste verschil met biologisch katoen is dat bij BCI-katoen het gebruik van genetisch gemanipuleerde zaden niet verboden is en dat het ook is toegestaan om bestrijdingsmiddelen (in beperkte mate) te gebruiken. Bij bio-katoen ben je er zeker van dat die middelen niet zijn gebruikt voor jouw katoenen item.
Hoe werkt BCI?
BCI helpt boeren om hun katoen op een betere manier te verbouwen. Dat moet leiden tot meer opbrengst voor de boeren en tot een efficiëntere katoenteelt waar minder chemicaliën bij komen kijken. Er gaat dan ook minder energie verloren, wordt minder water verspild en er wordt minder schade toegebracht aan het milieu. De regels voor boeren zijn alleen niet erg streng. Zo wordt bij controles gekeken naar informatie van de boeren zelf, en is de controle minimaal.
Het systeem zit trouwens wat complex in elkaar. Ook mij kostte het een aantal Google-sessies voordat ik doorhad hoe de vork in de steel zit. Maar het zit als volgt: een merk vraagt een bepaald gewicht aan Better Cotton aan voor de totale textielproductie. Daarna gaat een boer ergens ter wereld die hoeveelheid katoen voor het merk maken. Dit katoen gaat vervolgens naar de BCI-boer, die het katoen weer aan de eindklant verstrekt.
Het gaat dus over een grote massa duurzamer katoen waarvan een beetje in het ene T-shirt, een beetje in de andere jurk en een beetje in een dekbedovertrek wordt gestopt. Hoeveel BCI-katoen er precies in jouw kledingstuk is geëindigd, is lastig te bepalen.
Het kan in theorie zelfs zijn dat een merk helemaal geen BCI-katoen opkoopt, maar wel koopt bij boeren die óók BCI-katoen verkopen. Door bij die boer te kopen, draagt een merk alsnog bij aan het stimuleren van de productie van BCI-katoen. Ook dan mag het merk het BCI-keurmerk dragen.
Hoe kijkt watMooi tegen BCI-katoen aan?
Dat alles klinkt misschien niet zo positief als puur biologisch katoen. Maar er is een (positieve) “maar”. Er zijn ook merken die op een positieve manier BCI-katoen gebruiken als onderdeel van hun stappen richting verduurzaming.
Joke vertelde me daarover het volgende:
“watMooi werkt ook met een aantal merken samen die BCI-katoen opkopen. Die merken doen dit echter met als belangrijke reden dat ze eerst werkten met boeren die gewoon katoen verkochten. Je mag jezelf pas ‘biologisch katoenboer’ noemen als je landbouwgrond volledig schoon is van chemicaliën. Dat duurt over het algemeen een jaar of drie. Dit betekent dat deze boeren nu al geen bestrijdingsmiddelen meer gebruiken, maar dat ze hun product geen bio-katoen mogen noemen, enkel omdat de grond nog niet volledig schoon is. Voor hen is een mix van BIC-katoen en hun eigen katoen een goed alternatief totdat hun grond wel volledig vrij is van chemicaliën.”
En nog iets: BCI-katoen is bijna nooit enkel duurzaam katoen. Het is vaak een mengelmoes van typen vezels. Sommige merken mengen BCI-katoen met gewoon katoen; er zijn ook merken die BCI-katoen mengen met gerecycled plastic of gerecycled katoen. Dat maakt de stof alsnog duurzamer dan standaard BCI-katoen bij fastfashionketens.
Conclusie
BCI-katoen is zeker beter dan normaal katoen. Het is ook een goede stap dat diverse merken zich actief inzetten voor een duurzamere katoenteelt. Het is beter voor de mensen die werken in de katoenteelt en voor het milieu. Houd wel in je achterhoofd dat BCI-items vaak niet volledig biologisch zijn en dat het label niet altijd iets zegt over het item dat je in handen hebt, wel over het merk waarbij je koopt.
Als je wilt dat een item 100% biologisch is en zeker wilt zijn van bijvoorbeeld een eerlijk loon, kies dan voor een item van gecertificeerd biologisch katoen. Let daarvoor op het GOTS-keurmerk in kleding. Als je graag kiest voor een duurzamer alternatief voor gewoon katoen, kan BCI-katoen wel een goede optie zijn. Zeker als het merk bijvoorbeeld BCI-katoen mengt met gerecycled katoen of gerecycled polyester.
Gelukkig heeft watMooi ook heel veel pagina’s met kleding van biologisch katoen met het GOTS-keurmerk, die zonder twijfel van biologisch katoen zijn gemaakt. Verder kun je bij elk item in de webshop precies zien wat het item duurzaam maakt. Gaat het bijvoorbeeld om bio-katoen? Is het item fair geproduceerd? Zijn de stoffen gerecycled? En hoe schoon was het productieproces? Altijd fijn als dat uitzoekwerk alvast voor je is gedaan ?
Dit artikel is geschreven door Romy Veul: blogger, groendoener én liefhebber van kleurrijke kleding.
Duurzame mode in de Krant van de Aarde
Afgelopen maand stond er een mooi stuk over duurzame mode in de Krant van de Aarde. Pak een bakje thee en neem even de tijd om dit mooie artikel over een duurzame garderobe te lezen. Duurzame merken en winkels doen tegenwoordig veel meer dan ons voorzien van mooie mode-items. Ze informeren en inspireren ons ook over een duurzame lifestyle, en nemen initiatieven om actuele klimaatproblemen daadwerkelijk op te lossen.