Naar groene mode vraag je toch niet
Leuk stuk in de Trouw
Lynsey heeft afgelopen week een mooi stuk geschreven voor de Trouw. Het klopt dat een groot deel van de consumenten nog niet bezig is met verantwoorde mode. Als ik vertel tijdens de Amsterdam Fashion Week dat ik in de verantwoorde mode zit, wordt er toch nog altijd een beetje raar gekeken. MMMM ze ziet er niet uit als een geitenwollensok die nooit haar benen scheert en niet geniet van het leven. Want dat is helaas nog steeds de eerste gedachten die de meeste mensen hebben. Als ik vertel dat ik in de mode zit waar een mooi verhaal achter zit zijn mensen wel geïnteresseerd. Verantwoord is nog steeds niet sexy, en dat moet veranderen.
kleine bedrijven heven het goede voorbeeld
Als het gaat om duurzame mode, geven kleine bedrijven het goede voorbeeld. Dat concludeerde consumentenorganisatie Goede Waar & Co onlangs bij de publicatie van de Kledingchecker 2009. Het onderzoek naar de milieuvriendelijke, eerlijke productie van kleding laat zien dat kleine labels de koplopers vormen. Winkelketens en internationale modemerken laten het wat betreft duurzaamheid afweten.
De oproep van Goede Waar & Co sluit aan bij een recente reeks noodkreten, pleidooien en manifesten. Zo vraagt Albert Heijn om duurzaamheidswetgeving, omdat de supermarktsector er zelf niet in slaagt het marktaandeel van biovoeding te vergroten. En geloofsgemeenschappen tonen een verantwoordelijkheid in de klimaatkwestie.
De consument heeft ook een verantwoordelijkheid
Opvallend is dat in deze (en andere) oproepen met geen woord wordt gerept over de verantwoordelijkheid van de consument. Vooral op het gebied van mode is dat raar. Want niet alleen dankzij de Kledingchecker, maar ook met behulp van keurmerken zoals van Max Havelaar en Made-By, kunnen we wel degelijk kiezen voor een groene garderobe. Er is geen excuus om rond te lopen in een jeans vol milieubelastende verfstoffen of een cardigan die met kinderhandjes is gemaakt.
stoffig imago
Waarom is duurzame mode dan nog steeds niet meer dan een niche, zoals de Kledingchecker en de januari-editie van de Amsterdam International Fashion Week (waar geen enkele eco couture te zien is) weer eens bewijzen? Dat ligt natuurlijk niet alleen maar aan het gebrek aan morele appels op de consument, of aan het geringe aanbod aan eerlijke kleding in de gemiddelde winkel(straat). De sector kampt ook met stoffig imago: ondanks alle zachte bamboe t-shirts en hippe hennepjurken wordt fair fashion nog steeds geassocieerd met prikkende hobbezaktruien en linnen tasjes met activistische slogans. Maar een veel belangrijkere belemmering voor de grootschalige groei van duurzame kleding zijn wij zelf.
Fair fashion confronteert ons namelijk met de uitwassen van ons kleedgedrag. We betalen zonder er bij stil te staan twee euro voor een duo-pak sportsokken uit China die we na drie keer wassen in de vuilnisbak gooien. En we graaien tijdens de opruiming vechtlustig in de bakken met afgeprijsde riemen en handtassen - ook al ligt onze kledingkast al vol met vergelijkbare prullaria en kunnen we tijdens stedentripjes naar Tokyo of Florence altijd wel voor een tientje een nep Louis Vuitton tas scoren.
duur betaald
De duurzame modesector, die beelden oproept van onderbetaalde fabrieksarbeiders die onder erbarmelijke werk- en leefomstandigheden ons zoveelste paar jeans produceren, laat zien hoe extreem en amoreel onze kledingconsumptie eigenlijk is geworden. We betalen zonder morren wanstaltige bedragen voor in China geproduceerde designer wear van Italiaanse modehuizen, maar doen verantwoorde mode (onterecht) af als te duur. En iedere zaterdagmiddag drommen we als onverbeterlijke koopverslaafden door de winkelstraten om niemendalletjes in te slaan bij de fast fashion-ketens die zelfs pubers met een karig beetje zakgeld in staat stellen om voortdurend volgens de laatste trends gekleed te gaan. Terwijl een groene garderobe juist vereist dat we bewust investeren in een beperkt aantal kwaliteitsstukken waar je gerust meerdere seizoenen mee voort kunt.
Eerlijke mode heeft met andere woorden een uiterst onaangename boodschap voor de gemiddelde modeconsument: het kopen van kleding moet anders én minder. En dat is een boodschap die wij als modeverslaafde koopjesjagers liever niet horen. Aan de winkels waar we ons geld naar toe brengen, stellen we dus ook geen vragen over de omstandigheden waaronder hun producten zijn gemaakt. We kopen er alleen maar de zoveelste must-have.
het begint bij transparantie
Het is zo bezien geen wonder dat in het grootste gedeelte van de mode-industrie geen verduurzaming plaatsvindt. Want waarom zou een bedrijf de productieketens transparant en duurzaam maken, als de consument er toch niet om vraagt? Wie de grote modemerken verwijt geen haast te maken met duurzaamheid, moet eigenlijk ook met een beschuldigende vinger naar de trendgevoelige consument wijzen. Want ook consumenten kunnen hun verantwoordelijkheid nemen in het ontwikkelen van een eerlijke, milieuvriendelijke kledingindustrie.
Lynsey Dubbeld
Filosoof, trendanalist en modejournalist.